De eerste halte staat in het teken van het obligate ontbijt en situeert zich luttele tientallen kilometers oostwaarts van Malaga. Op een desolaat strandterras schuiven we als enige klanten aan voor coffee americano con latte en een snelle hap. Van hier af gaat het verder Oostwaarts langs de kustweg. De Oostkant van Malaga is de minst bekende en aldus minst toeristische; stadjes als Nerja, Calahonda of Motril spreken nu eenmaal veel minder tot de verbeelding dan Marbella, Estepona of Torremolinos. Maar de stilte en rust die we hier vinden spreekt ons nu eenmaal veel meer aan...
Eens voorbij Motril kiezen we voor ons persoonlijk motor-Walhalla: het hooggebergte. Noordwaarts steken we door naar de Sierra Nevada. We maken een ommetje doorheen de Sierra de la Contraviesa; compleet onbekend en onbemind. Maar o zo onterecht! De A1175-slingerweg naar het meer Embalse de Beninar is een Hoogmis in de Kerk van de Motorgoden: perfect asfalt, heerlijk in oneindige smalle, lange, steile, vlakke, blinde en doorkijkbochten gegoten. Over het gehele traject kruist welgeteld een auto ons pad en dus hebben we de gehele breedte van het overigens doorgaans bijna beklemmend smalle bergpad ter onzer beschikking.
Na een frisse pils om te bekomen van deze onverwachte super meevaller trekken we verder Noordwaarts, waar we vanaf Laujar de Andarrax noordoostwaarts richting Ohanes door de Alpujarras scheuren. Dit beklijvend mooie gebergte is de parel van de Sierra Nevada en de eerste kennismaking blaast ons meteen van onze sokken: heerlijke perfecte motorwegen door een rauw en dor maar magisch mooi decor. Hier lusten we (veel) meer van en dat zal de volgende dagen niet uitblijven...
Moto's op het terras van ons grotje |